- klinken
- {{klinken}}{{/term}}I 〈onovergankelijk werkwoord〉1 [luiden, galmen] sound ⇒ 〈luid en klaar〉 resound, 〈rinkelen〉 clink, 〈rinkelen〉 ring2 [figuurlijk] [van zich doen spreken] resound3 [toeschijnen, voorkomen] sound ⇒ ring4 [toasten] drink (a toast) (to someone/something) ⇒ toast (someone/something)♦voorbeelden:2 een klinkende naam • a famous/outstanding/big name3 die naam klinkt (me) bekend (in de oren) • that name sounds familiar (to me)hun stemmen klinken goed bij elkaar • their voices blend well with each otherdat klinkt verdacht • that sounds fishyhet klonk hem als muziek in de oren • it was music to his ears4 met elkaar klinken • (drink a) toastII 〈overgankelijk werkwoord〉1 [vastklinken, vastsmeden] rivet2 [vastnagelen] nail♦voorbeelden:1 〈figuurlijk〉 het zit geklonken • that's settled
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.